Het verhaal van Christina
Christina (19) was nog maar tien toen ze lepra kreeg. Ze merkte dat er iets mis was toen ze haar moeder hielp met koken.

“Ik raakte het vuur met mijn handen aan, maar voelde niets. Ik vond dat maar vreemd. Niet veel later begonnen mijn vingers en tenen te vervormen. Ik maakte me zorgen. Samen met mijn moeder liep ik de lange afstand naar het ziekenhuis. De arts vertelde dat ik lepra had maar dat ik wel kon genezen als ik elke dag een pil nam.”
Ik kon genezen als ik elke dag een pil nam
Lokale lepravrijwilliger bood oplossing
“De afstand naar het ziekenhuis is voor mij erg zwaar want door de verminkingen aan mijn voeten loop ik moeizaam. Gelukkig werd dorpsgenoot Eduardo (49) lepravrijwilliger. Hij mocht van de lepra-arts mijn medicijnen bewaren. Als ik mijn lege strip bij hem inleverde, kreeg ik een nieuwe terug. Ik hoefde niet meer kilometerslang te lopen.”



Het is fijn elkaar te helpen tijdens de bijeenkomsten
“In de zelfhulpgroep in mijn buurt leer ik mijn wonden te verzorgen en welke oefeningen ik moet doen om de kracht in mijn handen te behouden. Zo kan ik verdere wonden voorkomen. Het is fijn elkaar te helpen tijdens de bijeenkomsten. Ik ben ook blij met de stevige sandalen die ik kreeg. Ze geven extra bescherming.”
Graag weer terug naar school
“Ik help mijn ouders op ons stukje land. We verbouwen bonen, cassave en mais. De extra bonen verkopen we. Dat geeft ons een beetje inkomen dat we kunnen gebruiken voor schoolgeld. Ik wil graag weer terug naar school. Wiskunde is mijn favoriete vak.”